do 24/03/2011 - 15:48
Eén vijfde van de Vlaamse literaire auteurs kan van zijn pen
leven en dan nog maar alleen als hij of zij kan rekenen op inkomsten uit
lezingen en subsidies. Maar het gros van de Vlaamse auteurs verdient
ongeveer 750 euro per maand met schrijven.
Ter vergelijking: in Nederland bedroeg het gemiddelde inkomen van de
literaire auteur enkele jaren geleden bijna het dubbele. Maar in
Vlaanderen lukt het niet om rond te komen zonder het inkomen van de
partner, een andere beroepsactiviteit of een pensioen.
Het inkomensonderzoek is gevoerd door de Vlaamse Auteursvereniging
(VAV), met steun van minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V) en
het Vlaams Fonds voor de Letteren. Het vorige onderzoek dateerde van
1992. In die bijna twintig jaar is de toestand er niet noemenswaardig op
verbeterd.
Wel lijkt het schrijversberoep “geprofessionaliseerd”: auteurs zijn hoger opgeleid, geven meer lezingen, kunnen meer op subsidies rekenen en hebben een eigen website. Het aantal schrijvende ambtenaren en leraars is drastisch verminderd. Maar bijna 60 procent heeft nog altijd een andere beroepsactiviteit nodig om het leven financieel te kunnen bolwerken.
Wel lijkt het schrijversberoep “geprofessionaliseerd”: auteurs zijn hoger opgeleid, geven meer lezingen, kunnen meer op subsidies rekenen en hebben een eigen website. Het aantal schrijvende ambtenaren en leraars is drastisch verminderd. Maar bijna 60 procent heeft nog altijd een andere beroepsactiviteit nodig om het leven financieel te kunnen bolwerken.
Gezinsinkomen
Bij 60 procent van de schrijvers ligt het te besteden gezinsinkomen
onder het Vlaamse gemiddelde van 3.287 euro, op 3.000 euro ongeveer. 14
procent moet het stellen met een gezinsinkomen dat lager ligt dan 1.500
euro. Het aandeel van het “schrijfwerk” binnen dat gezinsinkomen is
ontluisterend laag: een vierde of 750 euro (gewogen gemiddelde).
Het inkomen van de gemiddelde Vlaamse schrijver bestaat voor 30 procent uit royalty’s en honoraria, voor 20 procent uit subsidie, voor 18 procent uit lezingen en voor een kwart uit “andere”. De schrijver houdt er in overgrote meerderheid een ander beroep op na voor het geld, voor de sociale zekerheid en om niet geïsoleerd te raken.
Het inkomen van de gemiddelde Vlaamse schrijver bestaat voor 30 procent uit royalty’s en honoraria, voor 20 procent uit subsidie, voor 18 procent uit lezingen en voor een kwart uit “andere”. De schrijver houdt er in overgrote meerderheid een ander beroep op na voor het geld, voor de sociale zekerheid en om niet geïsoleerd te raken.
Leenrecht
Uit het onderzoek zijn volgens de auteursvereniging VAV enkele
belangrijke conclusies te trekken. Van het bedrijven van literatuur word
je meestal niet rijk in Vlaanderen, en in vergelijking met
opleidingsgenoten kies je voor een bestaan waarin je sociaaleconomisch
zwakker staat.
Het loopt fout met de collectieve rechten van auteurs (vooral het leenrecht en in mindere mate het reprografierecht). De Vlaamse literaire sector rekent op een overheid die haar ondersteunende en marktcorrigerende rol blijft spelen, besluit de VAV. Of met andere woorden: raak niet aan de subsidies. Aan het onderzoek namen 113 literaire auteurs deel.
Louis van Dievel
Bron : http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/cultuur+en+media/kunsten/1.988539
Het loopt fout met de collectieve rechten van auteurs (vooral het leenrecht en in mindere mate het reprografierecht). De Vlaamse literaire sector rekent op een overheid die haar ondersteunende en marktcorrigerende rol blijft spelen, besluit de VAV. Of met andere woorden: raak niet aan de subsidies. Aan het onderzoek namen 113 literaire auteurs deel.
Louis van Dievel
Bron : http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/cultuur+en+media/kunsten/1.988539
Geen opmerkingen:
Een reactie posten