België is al meermaals veroordeeld door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens voor de opsluiting van geïnterneerden in daartoe ongeschikte penitentiaire inrichtingen. De schande van de internering in ons land telt een groep van ongeveer 1000 onbehandelde of ondermaats behandelde geïnterneerden waarvan de meesten in mensonterende omstandigheden opgesloten blijven. Er wordt hen geen adequate psychiatrische zorg, begeleiding of enige toekomstperspectief geboden. De decennialange verwaarlozing van deze patiëntenpopulatie door justitie betekent een overduidelijke schending van de grondrechten van geïnterneerden en is volkomen onethisch op medisch vlak. Deze schrijnende situatie werd meerdere malen tevergeefs aangeklaagd door verschillende instanties zoals Magistraten betrokken bij de internering, de Orde van de Geneesheren, de Penitentiaire gezondheidsraad, de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen en de Liga voor de Mensenrechten.

Doorbraak in zicht?

Mogelijks komt er eindelijk een doorbraak in deze trieste situatie. Volgende maand opent het gloednieuw Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent met 272 plaatsen voor Vlaamse geïnterneerden. De bouw van een tweede, hoog beveiligd Forensisch Psychiatrisch Centrum in Antwerpen, goed voor 190 plaatsen, gaat ondertussen verder. Informatie over de wijze waarop dit centrum in Gent zal functioneren is echter nog niet voorhanden. Het huidig parlement heeft begin dit jaar een nieuwe wet betreffende de internering goedgekeurd waarin uitdrukkelijk voorzien wordt dat 'geïnterneerden de nodige zorg wordt aangeboden om een menswaardig leven te leiden'. De nieuwe regering in formatie staat voor de uitdaging om er werk van te maken. De Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België (KAGB) heeft op 26 april 2014 een advies uitgebracht over de forensische psychiatrie, teneinde de prioriteiten vast te leggen op het gebied van opleiding, wetenschappelijk onderzoek en beroepsuitoefening. Samen met het Vlaams Geneeskundigenverbond pleit zij voor een structurele aanpak die op korter termijn een blijvende verbetering tot gevolg heeft.

Nood aan officiële erkenning

Vooreerst is er nood aan opleiding en officiële erkenning van de forensische psychiatrie als onderdeel van de psychiatrie. De forensische psychiatrie bestaat thans niet als discipline in de medische faculteiten van onze universiteiten en wordt bijgevolg niet als dusdanig gedoceerd. De erkenning van de titel van 'forensisch psychiater' veronderstelt de uitwerking van een degelijk (inter-)universitair opleidingsprogramma. Hier ligt een belangrijke verantwoordelijkheid bij de Vlaamse universiteiten om de reeds bestaande officieuze interuniversitaire opleiding om te vormen tot een erkend curriculum. Psychiatrische deskundigenverslagen voor de rechtbanken worden -terecht­- vaak bekritiseerd. Een degelijke en voortgezette opleiding zal het niveau ervan zeker verbeteren.
Vervolgens stellen wij vast dat het zeer pover gesteld is met hetwetenschappelijk onderzoek in het domein van de forensische psychiatrie. Dit is echter begrijpelijk voor een discipline die verwaarloosd wordt door de medische faculteiten en daardoor moeilijker toegang heeft tot de gangbare fondsen voor wetenschappelijk onderzoek. Er moeten dringend middelen ingezet worden voor volgende prioritaire onderzoeksonderwerpen: enerzijds de kwaliteitsbewaking in deskundigenonderzoek en anderzijds de wetenschappelijke evaluatie van behandelresultaten in de forensisch psychiatrische centra.

Falende zorgfunctie

De derde stelling van het advies is de overheveling van de psychiatrische zorg in de gevangenissen van de FOD Justitie naar de FOD Volksgezondheid. Gedetineerden en geïnterneerden die in een penitentiaire instelling verblijven, verliezen bij wet hun rechten op sociale zekerheid, en meer bepaald op gezondheidszorg zoals geregeld via mutualiteiten en RIZIV. Wij zijn van oordeel dat de psychiatrische zorg in de gevangenissen erbij gebaat zou zijn, indien ze onder de bevoegdheid zou vallen van Volksgezondheid. Meer zelfs, wij bepleiten de volledige overheveling van de penitentiaire gezondheidszorg. Een evolutie die zichtbaar is in een toenemend aantal landen van de Europese Unie. De Penitentiaire gezondheidsraad maakt overigens dezelfde aanbeveling: de gezondheidszorg in de gevangenissen moet worden geïntegreerd in het nationaal beleid en beheer van de gezondheidszorg. Dit veronderstelt het nemen van belangrijke begeleidende maatregelen, zoals de financiering via de sociale zekerheid. Justitie moet haar falende zorgfunctie niet langer zelf willen waarmaken, maar deze uitbesteden aan Volksgezondheid. Mensen behandelen en verzorgen is geen taak voor Justitie. Het verleden bewijst dat ze die taak niet naar behoren vervult. Dit voorstel verzekert eindelijk de professionele onafhankelijkheid van de zorgverlener en stelt vooral dat de Vlaamse Gemeenschap voortaan een inspectiebevoegdheid heeft over de zorgverlening van opgesloten gedetineerden en geïnterneerden. In de huidige situatie moeten de artsen werkzaam in penitentiaire instellingen de deontologische code voor medische plichtenleer en de wet betreffende de rechten van de patiënt respecteren, maar geen enkele instantie controleert de kwaliteit van de verstrekte hulpverlening. Dit moet dringend veranderen. De voorgestelde overheveling van de zorg naar Volksgezondheid is naar onze mening het enige zinvolle antwoord.
Em. Prof. dr. psychiater Paul Cosyns
Universitair Forensisch Centrum (Universitair Ziekenhuis Antwerpen)
Lid van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België