Ondanks alle onvrede en hoog
oplaaiende protesten boert de middenklasse in ons land goed. De
levensstandaard in België is sinds de crisis globaal toegenomen, zonder
dat de ongelijkheid gegroeid is. België is een uitzondering in Europa,
zegt Ive Marx van de Universiteit Antwerpen.
Perceptie en realiteit liggen bij de middenklasse heel duidelijk uit elkaar
De middenklasse het grote
slachtoffer van de crisis? Dat beeld klopt niet, zegt UA-professor en
ongelijkheidsexpert Ive Marx. De grote betoging van vorige week en de
felle protesten tegen de besparingsmaatregelen van de regering-Michel
doen iets anders vermoeden, maar de middenklasse in België doet het
goed. Marx zegt dat naar aanleiding van een nieuw project rond de
middenklasse van de internationale arbeidsorganisatie ILO.
Op basis van internationale en nationale gegevens, die Marx inkeek op een tweedaagse meeting in Genève, stelt hij vast dat België in een bijzondere positie zit. "De levensstandaard in België is sinds de crisis globaal toegenomen, zonder dat de ongelijkheid gegroeid is. Dat is uitzonderlijk in Europa. Als je kijkt naar Zuid-Europese landen, maar ook naar bijvoorbeeld Duitsland en Zweden, dan krijg je een ander beeld. Die vaststelling staat haaks op het gevoel dat heerst in ons land.
"Er is een frappante tegenstelling tussen de onvrede bij onze middenklasse, zoals die bleek uit de acties van vorige week naar aanleiding van de indexsprong en de besparingen, en het feit dat we meer dan elders in Europa een relatief florissante middenklasse hebben, die ook nauwelijks getroffen is door de crisis. Perceptie en realiteit liggen heel duidelijk uit elkaar."
Op basis van internationale en nationale gegevens, die Marx inkeek op een tweedaagse meeting in Genève, stelt hij vast dat België in een bijzondere positie zit. "De levensstandaard in België is sinds de crisis globaal toegenomen, zonder dat de ongelijkheid gegroeid is. Dat is uitzonderlijk in Europa. Als je kijkt naar Zuid-Europese landen, maar ook naar bijvoorbeeld Duitsland en Zweden, dan krijg je een ander beeld. Die vaststelling staat haaks op het gevoel dat heerst in ons land.
"Er is een frappante tegenstelling tussen de onvrede bij onze middenklasse, zoals die bleek uit de acties van vorige week naar aanleiding van de indexsprong en de besparingen, en het feit dat we meer dan elders in Europa een relatief florissante middenklasse hebben, die ook nauwelijks getroffen is door de crisis. Perceptie en realiteit liggen heel duidelijk uit elkaar."
Veel belastingen, veel voordelen
We hebben wel een vrij hoge armoede die tijdens de crisis stabiel is gebleven
Dat de Belgische middenklasse het
zo goed doet, heeft te maken met het feit dat onze welvaartsstaat
focust op die groep. Middenklassers betalen weliswaar veel belastingen,
maar genieten in verhouding ook meer sociale voordelen: gratis
onderwijs, gratis gezondheidszorg, tijdskrediet, vervroegd pensioen,
kinderzorg, dienstencheques, enzovoort.
Daardoor zit België alweer in een bijzondere situatie, stelt Marx. "We hebben een lage ongelijkheid en hoge sociale uitgaven, maar tegelijk een vrij hoge armoede in vergelijking met andere landen. Die armoede is tijdens de crisis vrij stabiel gebleven. Ook dat is een unieke situatie als je ze vergelijkt met andere Europese landen. Daar moet wel aan toegevoegd worden dat er achter de lage ongelijkheid in België grote verschillen zitten. Zo is er een duidelijke kloof tussen hoog- en laagopgeleiden, het noorden en het zuiden van het land en tussen Brusselse migrantenjongeren en de rest van de jongerenbevolking."
Opmerkelijk genoeg heeft de crisis er ook niet voor gezorgd dat de ongelijkheid in Europa erg is toegenomen, legt Marx uit. "De crisis zorgt er vaak voor dat de ongelijkheid globaal niet zwaar toeneemt. De uitkeringen blijven min of meer op hetzelfde niveau, terwijl de werknemers het met minder moeten doen. Omgekeerd profiteren werknemers en ondernemers meer van een periode van hoogconjunctuur dan mensen die leven van een vervangingsinkomen.
"Maar ook daar moet je de bedenking bij maken dat de armoede globaal wél toeneemt. In Griekenland, een van de zwaarst door de crisis getroffen landen, is het welvaartsniveau met 30 procent gedaald en heb je schrijnende toestanden. Tegelijk is de ongelijkheid er niet heel sterk toegenomen."
Daardoor zit België alweer in een bijzondere situatie, stelt Marx. "We hebben een lage ongelijkheid en hoge sociale uitgaven, maar tegelijk een vrij hoge armoede in vergelijking met andere landen. Die armoede is tijdens de crisis vrij stabiel gebleven. Ook dat is een unieke situatie als je ze vergelijkt met andere Europese landen. Daar moet wel aan toegevoegd worden dat er achter de lage ongelijkheid in België grote verschillen zitten. Zo is er een duidelijke kloof tussen hoog- en laagopgeleiden, het noorden en het zuiden van het land en tussen Brusselse migrantenjongeren en de rest van de jongerenbevolking."
Opmerkelijk genoeg heeft de crisis er ook niet voor gezorgd dat de ongelijkheid in Europa erg is toegenomen, legt Marx uit. "De crisis zorgt er vaak voor dat de ongelijkheid globaal niet zwaar toeneemt. De uitkeringen blijven min of meer op hetzelfde niveau, terwijl de werknemers het met minder moeten doen. Omgekeerd profiteren werknemers en ondernemers meer van een periode van hoogconjunctuur dan mensen die leven van een vervangingsinkomen.
"Maar ook daar moet je de bedenking bij maken dat de armoede globaal wél toeneemt. In Griekenland, een van de zwaarst door de crisis getroffen landen, is het welvaartsniveau met 30 procent gedaald en heb je schrijnende toestanden. Tegelijk is de ongelijkheid er niet heel sterk toegenomen."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten