Hij die buiten noodzaak een ander huisdier dan de in artikel 538 vermelde doodt of zwaar letsel toebrengt, op een plaats waarvan degene aan wie het dier toebehoort, eigenaar, vruchtgebruiker, gebruiker, huurder, deelpachter of pachter is, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van zesentwintig [euro] tot tweehonderd [euro] of met een van die straffen alleen.
Deze straffen worden opgelegd, indien die feiten kwaadwillig gepleegd worden op een tam of een gevangen gehouden dier op de plaatsen waar zij gehouden worden, ofwel op een huisdier op het ogenblik dat het gebruikt wordt tot de dienst waartoe het bestemd is en op een plaats waar zijn meester het recht heeft zich te bevinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten