Boete zonder schuld - Jan Beirens (destijds in conflict met het Grootoosten van België)

Eind november 1996 wordt Jan Beirens, rechter aan het Gentse hof van beroep, opgepakt op verdenking van corruptie. Hij belandt voor 87 dagen in de gevangenis van Vorst. Een rechter achter de tralies. De ondervragingen zijn een nachtmerrie. Het gerechtelijk onderzoek staat bol van de vooringenomenheid, de verdachtmakingen zijn gebaseerd op anonieme getuigenissen van onbetrouwbare informanten. Naarmate de dagen vorderen, blijkt dat zijn dossier ondraaglijk licht weegt. Het proces wordt een farce. Uiteindelijk wordt Jan Beirens vrijgesproken; in september 2000 gaat hij terug aan de slag in het Gentse hof van beroep. Tijdens de drie maanden van zijn voorarrest houdt hij nauwgezet een dagboek bij, als houvast in een wereld die op losse schroeven staat. Hij wordt geconfronteerd met de tekortkomingen van ons gevangenissysteem en leert zijn demonen in de ogen kijken. Het harde leven in de cel brengt hem terug naar de essentie van het bestaan. Maar in Vorst smeedt hij ook innige vriendschappen met medegevangenen en met een aalmoezenier, pater José. Dit boek bevat niet alleen zijn gevangenisdagboek, maar beschrijft ook uitvoerig het verloop van het proces en de tuchtprocedure na afloop ervan. De worsteling van een individu tegen een machtsapparaat buiten alle rede.