Op 25 november ‘vieren’ we voor het 17de jaar op rij de Internationale dag voor de uitbanning van geweld tegen vrouwen. Wereldwijd wordt er op deze dag even stilgestaan bij het nog steeds veel voorkomende, en in sommige streken zelfs toenemende, geweld tegen vrouwen.
25 november is tevens het begin van 16 dagen van activisme tegen gendergerelateerd geweld. Tijdens deze periode roepen zowel individuen als groepen op tot de volledige uitbanning van geweld tegen vrouwen. Dit doen ze onder andere door bewustmakingscampagnes en solidariteitsacties op lokaal, nationaal, regionaal en internationaal niveau. De 16-daagse periode wordt steevast afgesloten met de Internationale dag van de mensenrechten op 10 december.
In deze bijdrage zoomen we specifiek in op 29 november of de Internationale dag van de vrouwelijke mensenrechtenactivisten. De laatste jaren zien we namelijk een enorme toename in de repressie van mensenrechtenactivisten. Mensenrechtenactivisten werken vaak in hachelijke omstandigheden en omwille van hun activiteiten krijgen ze in toenemende mate te maken met bedreigingen en intimidaties, politieke vervolging, foltering, moordpoging en zelf moord. Vrouwelijke mensenrechtenactivisten blijken daarbij in het bijzonder te worden geviseerd. Dat zo’n internationale dag specifiek voor hen geen overbodige luxe is, wordt dan ook bijna dagelijks bevestigd.
Denk maar even terug aan het verhaal van de 14-jarige Malala Yousafzai die in oktober 2012 werd neergeschoten omdat ze opkwam voor het recht op onderwijs voor meisjes. Of aan de zaak rond Nasrin Sotoudeh, een prominente Iraanse mensenrechtenadvocate, die in 2013 eindelijk vrijkwam nadat ze in 2010 werd opgesloten wegens propaganda tegen de staat. Maar ook dit jaar zijn er al verschillende zaken de revue gepasseerd. Zo voerde Amnesty eerder dit jaar actie voor de vrijlating van vijf Chinese mensenrechtenactivisten die op 7 maart 2015 gearresteerd waren voor het voorbereiden van een campagne tegen seksueel geweld. Zij waren van plan om tijdens de internationale vrouwendag stickers met slogans uit te delen waarmee ze opriepen een einde te maken aan de seksuele intimidatie op het openbaar vervoer. Amnesty voerde ook actie voor Su Changlan, een Chinese activiste die mogelijks een lange gevangenisstraf krijgt voor haar activisme rond vrouwenrechten en voor het posten van online berichten ter ondersteuning van de pro-democratische protesten in Hong Kong vorig jaar. En ook op dit moment lopen er bij Amnesty weer twee schrijfacties voor vrouwelijke mensenrechtenverdedigers. De eerste actie is voor Eren Keskin, een prominente Turkse mensenrechtenadvocate, die in 2014 werd veroordeeld tot tien maanden cel omdat ze in een toespraak de autoriteiten verantwoordelijk hield voor de gruwelijke dood van een 12-jarige jongen. Eren Keskin is actief lid van de IHD, de grootste mensenrechtenorganisatie in Turkije. Ze geeft tevens juridische bijstand aan vrouwen die slachtoffer zijn van seksueel geweld in detentie. De tweede actie is voor Narges Mohammadi, een gewetensgevangene die op dit moment vastzit voor haar mensenrechtenwerk. Zij zet zich in voor andere mensenrechtenactivisten en is een fervent tegenstander van de doodstraf. Deze voorbeelden zijn slechts een greep uit een exponentieel groeiend aantal zaken rond repressie van vrouwelijke mensenrechtenactivisten wereldwijd.
Enkel vrouwen of ook mannen?
In de bovenstaande voorbeelden gaat het louter om vrouwelijke mensenrechtenactivisten in de letterlijke betekenis van het woord. Toch wordt die term veel ruimer opgevat. Enerzijds gaat het om vrouwen die actief zijn op het vlak van mensenrechten en geviseerd worden om wie ze zijn. Hieronder vallen ook vrouwelijke mensenrechtenactivisten die lesbisch, biseksueel of transseksueel zijn. Anderzijds gaat het om vrouwen én mannen die actief opkomen voor de verdediging van vrouwenrechten en die dus geviseerd worden om wat ze doen. Hieronder vallen eerst en vooral activisten die actief zijn in de strijd tegen geweld op vrouwen en gendergerelateerd geweld. Ook mensenrechtengroeperingen en individuele activisten die actief zijn rond seksualiteit, in het bijzonder seksuele en reproductieve rechten, zijn vaak ontzettend kwetsbaar voor vooroordelen, marginalisatie en openbare verstoting, niet alleen door staten maar ook door sociale actoren.
Dat vrouwelijke mensenrechtenactivisten de laatste jaren meer en meer worden geviseerd, kan door een aantal factoren worden verklaard. Zo blijken weinig overheden het werk van vrouwelijke activisten en van vrouwenorganisaties te erkennen als een legitieme uitoefening van hun burgerlijke en politieke rechten. Vrouwelijke activisten overschrijden met hun werk in de ogen van velen de culturele, sociale en religieuze grenzen die aangeven hoe een ‘fatsoenlijke’ vrouw zich behoort te gedragen. Ze doorbreken sociale normen en taboes en zorgen soms voor drastische wijzigingen in wetgeving, beleid en praktijk. Dit stuit op heel wat verzet van machtseenheden die de gelijkheid van mannen en vrouwen beschouwen als een bedreiging van de sociale stabiliteit en van verankerende economische belangen.
Internationaal beschermingskader
Om vrouwelijke mensenrechtenactivisten tijdens hun werk beter te kunnen beschermen nam de VN in november 2013 hierover een specifieke resolutie aan. In deze resolutie roept de VN alle staten op om geweld tegen vrouwelijke mensenrechtenactivisten publiekelijk te veroordelen. De resolutie vormt zo een eerste stap naar een betere bescherming van activisten die tijdens hun werk ter bevordering van de mensenrechten talloze risico’s lopen. De resolutie dringt er bij lidstaten op aan om genderspecifieke wetten en beleid aan te nemen voor de bescherming van vrouwelijke mensenrechtenactivisten en om ervoor te zorgen dat deze activisten zelf mee betrokken worden bij het ontwerp en de implementatie van deze maatregelen. Voor Amnesty is de effectieve uitvoering van dergelijke maatregelen door lidstaten cruciaal opdat vrouwelijke mensenrechtenactivisten hun maatschappelijke taak kunnen blijven uitvoeren. Toch is er vanuit verschillende mensenrechtenorganisaties, waaronder Amnesty, kritiek gekomen op deze resolutie. Zo zegt de resolutie niets over de verwerpelijkheid van het inroepen van gewoontes, tradities en religieuze overwegingen om verplichtingen met betrekking tot de uitbanning van geweld tegen vrouwen te ontwijken. Tevens werden er op het laatste moment een aantal belangrijke verwijzingen geschrapt. Zo is er niets meer te vinden over de specifieke risico’s waarmee vrouwelijke mensenrechtenactivisten die werken rond seksuele en reproductieve gezondheid en rechten worden geconfronteerd. Niettemin vormt deze resolutie een belangrijk hulpmiddel in de strijd tegen de uitbanning van geweld tegen vrouwelijke mensenrechtenactivisten.
Amnesty werkt sinds haar ontstaan met en voor mensenrechtenverdedigers en is ervan overtuigd dat het ondersteunen van hun rechten één van de belangrijkste manieren is om mensenrechten voor iedereen te garanderen. Amnesty is dan ook tegen de systematische intimidatie en repressie van mensenrechtenactivisten. Ook activisten die strijden voor vrouwenrechten en gendergelijkheid wereldwijd moeten zonder angst hun werk kunnen uitvoeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten