In de loop van de twaalfde eeuw werd de Inquisitio haereticae pravitatis of de rechtbank voor ketters ingesteld in diverse Europese landen. Het leidde tot vervolging, marteling en moord op talloze groepen en individuen die zich niet neerlegden bij de officiële kerkelijke leer. De inquisitie werd pas opgeheven in de loop van de achttiende eeuw en in Portugal zelfs pas in 1821. In feite is ze zelfs nooit helemaal verdwenen en blijft ze vandaag optreden onder de naam van de Congregatie voor de Geloofsleer die tot op de dag van vandaag nagaat of iemand gehoorzaam is ten aanzien van de kerk. Zo werd de Zwitserse rooms-katholieke theoloog Hans Küng in 1979 veroordeeld wegens ‘ongehoorzaamheid’ omdat hij zich kritisch uitliet over het principe van de pauselijke onfeilbaarheid en werd hem de bevoegdheid om theologie te doceren ontnomen.
Hans Küng studeerde filosofie en theologie in Rome en Parijs en werkte mee aan de totstandkoming van het Tweede Vaticaans Concilie. In zijn boek De katholieke kerk schetst hij de ontwikkeling van het katholicisme van een groepje marginale volgelingen van Jezus tot een van de invloedrijkste instituties ter wereld. Het is een boeiend verhaal over het ontstaan van de staatskerk, de kruistochten, de inquisitie, de nederlagen tegen de islam, de Reformatie, de houding tijdens de holocaust, en de visie van het Vaticaan op de moderne tijd. Daarbij staat hij stil bij belangrijke figuren als Augustinus, Franciscus van Assisi en Thomas van Aquino. Hij beschrijft hun levensloop, hun betekenis en houdt hun verdiensten onder de loep. Interessant is zijn voortdurende vergelijking van standpunten die de katholieke kerk in de loop van de geschiedenis innam met de oorspronkelijke christelijke boodschap. Daaruit blijkt dat veel zaken die gebeurden in naam van God in feite hersenspinsels waren van pausen en bisschoppen die alleen macht op het oog hadden.
Hans Küng weet waarover hij schrijft. In 1960 werd hij professor in de katholieke theologie aan de universiteit van Tübingen en nam tussen 1962 en 1964 deel aan het Tweede Vaticaans concilie waartoe hij benoemd werd door paus Johannes XXIII. In zijn voorwoord maakt hij zijn positie onmiddellijk duidelijk. Hij behoudt een onwankelbaar geloof in Jezus Christus en zijn boodschap maar verfoeit de kerk als institutie. Dat had Jezus ook niet voor ogen aldus Küng. Hij streefde naar een gemeenschap van principieel gelijkwaardige broeders en zusters en niet naar een machtsapparaat waarin de helft van de bevolking (de vrouwen) geen plaats heeft. Een kerkelijke constitutie met bisschoppen als middelpunt heeft Jezus nooit gewild maar is het resultaat van een functionele ontwikkeling geconstrueerd door mensen.
Het christendom dat gedurende honderden jaren onderdrukt werd kende ondanks alles een grote aantrekkingskracht. In 313 kondigde Constantijn een onbeperkte geloofsvrijheid af. Op het einde van de vierde eeuw verbood keizer Theodosius I alle heidense gebruiken en rituelen en verhief hiermee het christendom officieel tot staatsreligie. Vanaf toen werd elke inbreuk op het gezag van de kerk beschouwd als een staatsmisdrijf en elke andersdenkende als een ketter. “De vervolgde kerk was in nog geen honderd jaar zelf tot vervolging overgegaan”, zo stelt Küng vast. In naam van God en de Bijbel werden op bevel van de paus en zijn bisschoppen talloze misdaden begaan. Zo riep paus Urbanus II op tot de eerste van vier wreedaardige kruistochten waarbij zowel moslims, joden en bij de vierde kruistocht zelfs medechristenen werden getroffen. In het Westen werden ganse bevolkingsgroepen, waaronder de katharen, op een beestachtige manier uitgeroeid. Intussen leidde het curiale systeem tot nepotisme, corruptie en financiële uitbuiting van volkeren. Voor Küng “een diskwalificatie van het kruis en een aanfluiting van alle christelijke waarden.” Ook de inquisitie die op grote schaal folterde en moordde ging regelrecht in tegen het evangelie. Vanaf het einde van de 18de eeuw verdwenen de praktijken van marteling en brandstapel maar de inquisitie leeft verder onder de benaming van de ‘Congregatie voor de Geloofsleer’ en past nog steeds middeleeuwse principes toe met geheime processen tegen verdachten die hun dossier niet mogen inkijken en waar aanklager en rechter in één persoon verenigd zijn.
In de 16de eeuw brak met Luther en Calvijn de Reformatie door. Ze keerde zich af van de rooms-katholieke kerk, eiste de terugkeer van de kerk naar het evangelie van Jezus Christus en onderwerping aan de Heilige Schrift. Daartoe gebruikten ze doorgaans dezelfde methodes als de inquisitie. Europa werd in de zestiende en zeventiende eeuw ondergedompeld in een strijd om het ‘ware geloof’ die ontelbare slachtoffers maakte en haar hoogtepunt kende tijdens de Dertigjarige Oorlog. Pas met de Vrede van Westfalen in 1648 kregen de Duitse protestanten officiële erkenning van hun godsdienst. Dat betekende geenszins het einde van religieuze onderdrukking. Door de erkenning van de regel cuius regio illius et religio moest de landsvorst beslissen over de vraag of de rooms-katholieke dan wel de lutherse godsdienst in zijn gebied zou heersen. In het beste geval mochten andersdenkenden met verlies van hun onroerend eigendom het land verlaten en zich elders vestigen.
Pas met de Verlichting en na de acceptatie van liberale grondwetten in diverse landen verminderde langzamerhand de greep van de kerk op het individu. Maar ook gedurende de laatste tweehonderd jaar betoonden de meeste kerkgenootschappen in het westen en vooral de rooms-katholieke kerk zich tegenstanders van de moderniteit, de verdraagzaamheid, het materialisme, het rationalisme, het darwinisme, het liberalisme, het socialisme en het individualisme. Op het Eerste Vaticaans Concilie in 1870 werd de irrationaliteit van de geloofsbelevenis tot in het absurde doorgetrokken met de aanvaarding van het dogma van de pauselijke onfeilbaarheid. Wat de paus ex cathedra zegt is omwille van de bijzondere steun van de Heilige Geest onfeilbaar en onveranderlijk. Spijtig genoeg heeft de meest omstreden paus van de twintigste eeuw Pius XII ondanks al zijn kennis over wat er gaande was in de uitroeïngskampen van de nazi’s zijn mond gehouden over de holocaust. Geen veroordeling, geen afwijzing, geen woord. Voor de rooms-katholieke theoloog Hans Küng is dat stilzwijgen meer dan een politiek falen, het is een moreel falen. Hoezeer de kerk de mens niet als een autonoom individu beschouwde maar als een lid van een groep kwam in de geschiedenis trouwens duidelijk aan bod in haar houding tegenover de joden. Pas tijdens het Tweede Vaticaans Concilie in 1965 werd het antisemitisme door de kerk veroordeeld omdat ‘de hedendaagse joden niet verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor de dood van Jezus’.
Dat Tweede Vaticaans Concilie werd door heel wat rooms-katholieken beschouwd als de finale ommekeer in de verhouding tussen de kerk en de moderniteit. De mensenrechten en de godsdienstvrijheid kregen erkenning en de liturgie zou voortaan in de volkstaal gebeuren. Door het overlijden van paus Johannes XXIII na de eerste zitting van het Concilie kreeg de curie evenwel opnieuw greep op de Vaticaanse omwenteling die zich voltrok. Thema’s als het priesterhuwelijk, echtscheiding, anticonceptiva, abortus en euthanasie konden niet langer worden besproken. De pauselijke onfeilbaarheid hield stand. Onder de huidige paus Johannes Paulus II kent de rooms-katholieke kerk opnieuw een ruk naar conservatisme en obscurantisme. Het verzet van de paus tegen het gebruik van condooms in de strijd tegen aids is daar een weerzinwekkend voorbeeld van. Daartegenover sympathiseert de huidige paus volop met de theologisch reactionaire kerkorganisatie Opus Dei waarvan de oprichter Josemaría Escrivá de Balaguer in recordtempo heilig werd verklaard.
Hans Küng stelt vast dat in heel wat landen een erosieproces zonder weerga van het kerkelijk gezag bezig is. Met een leegloop van de kerken, minder dopen, minder kerkelijke huwelijken. Hij hoopt dat er een echt oecumenisch concilie in de vorm van een Vaticanum III bijeen komt om deze kerk van het katholicisme naar echte katholiciteit te leiden. Waarbij samen met andere godsdiensten en niet-gelovigen gezocht wordt naar een gemeenschappelijke ethos voor de wereld. Het is een nobel streven maar het lijkt me een utopie. Zowel binnen de islam, het judaïsme als het christendom zien we juist een toenemende radicalisering die neigt naar fundamentalisme. De leegloop van kerken bestaat wel in West-Europa maar in de rest van de wereld neemt het aantal christenen spectaculair toe. Volgens recente berekeningen zal hun aantal tegen 2025 stijgen tot 2,6 miljard, meer dan het dubbele van het aantal moslims. De ‘nieuwe christenen’ komen vooral uit Afrika, Azië, Rusland en Amerika. En de katholieke kerk speelt daar onder de huidige paus gretig op in. Met spectaculaire reizen, talloze zalig- en heiligenverklaringen en het verspreiden van haar conservatief gedachtegoed in Afrika, Latijns-Amerika, Azië en Rusland. Een Derde Vaticaans concilie zou in de huidige tijdsgeest wel eens tot een verdere radicalisering kunnen leiden met besluiten die het tegendeel zijn van wat Hans Küng beoogt. Waarbij de katholieke kerk van de gelovigen een totale overgave aan Gods woord eist en aldus een totale gehoorzaamheid ten aanzien van zijn vertegenwoordiger op aarde, de ‘onfeilbare paus’.
De door Hans Küng zo verlangde wereldethos is niet zozeer te realiseren op basis van een gemeenschappelijke godsdienstige sokkel. Godsdiensten met hun aannames op de waarheid zijn daarvoor niet geschikt. Een universele seculiere moraal zoals voorgesteld door de Nederlandse filosoof Paul Cliteur lijkt me daarvoor een beter middel. Twee essentiële onderdelen hiervan zijn de vrijheid van meningsuiting en de gelijkwaardigheid van man en vrouw. Wie het boek van Hans Küng leest beseft dat de katholieke kerk hier nog heel wat werk voor de boeg heeft.
Recensie door Dirk Verhofstadt
Hans Küng, De katholieke kerk, De Bezige Bij, 2003
Nota : met de huidige Paus is er terug wat hoop voor de Katholieke Kerk en haar materialistisch instituut het Vaticaan. De nieuwe Paus schijnt erin te slagen terug bepaalde waarden te doorleven in zijn kerk. Hopelijk kan men dan in de toekomst afstand nemen van bepaalde stellingen die niet meer van deze tijd zijn. Een ander instituut dat men aan dezelfde kritische pen zou moeten onderwerpen is en blijft de hedendaagse psychiatrie, die in enig opzicht veel gelijkenissen heeft met de vroegere inquisitie, alleen dan onder een andere vorm. (Zie Szasz
Nota : met de huidige Paus is er terug wat hoop voor de Katholieke Kerk en haar materialistisch instituut het Vaticaan. De nieuwe Paus schijnt erin te slagen terug bepaalde waarden te doorleven in zijn kerk. Hopelijk kan men dan in de toekomst afstand nemen van bepaalde stellingen die niet meer van deze tijd zijn. Een ander instituut dat men aan dezelfde kritische pen zou moeten onderwerpen is en blijft de hedendaagse psychiatrie, die in enig opzicht veel gelijkenissen heeft met de vroegere inquisitie, alleen dan onder een andere vorm. (Zie Szasz
Geen opmerkingen:
Een reactie posten