Naar Duits voorbeeld vraagt de Liga voor Mensenrechten de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie om de betrokkenheid van de binnenlandse inlichtingendiensten bij de grootschalige spionagepraktijken van de Amerikaanse NSA tegen het licht te houden. Hiertoe werd een verzoek gericht tot Kamervoorzitter André Flahaut.
Gelet op de mogelijke betrokkenheid en de omvang van de afluisterpraktijken en gelet op het grote belang dat moet worden gehecht aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gewaarborgd door nationale en internationale rechtsregels, oordeelt de Liga voor Mensenrechten dat het grootschalig tappen en opslaan van telefoon- en andere digitale gegevens het voorwerp zou moeten uitmaken van een onderzoek door een parlementaire onderzoekscommissie.
De Liga wijst op het belang van een democratische controle op de samenwerking van binnenlandse en buitenlandse inlichtingendiensten en van mogelijke maatregelen om onaanvaardbare en buitensporige spionageactiviteiten te voorkomen en aan banden te leggen. “De bescherming van de persoonlijke levenssfeer is een kostbaar goed en moet met alle mogelijke democratische middelen worden nagestreefd en gehandhaafd, zegt Paul Pataer van de Liga voor Mensenrechten.”
Recent nog werd in de Duitse Bondsdag unaniem beslist een parlementaire onderzoekscommissie op te richten om uitsluitsel te geven over de vraag in hoeverre de Duitse geheime diensten op de hoogte waren van de Amerikaanse "illegale" praktijken. Daarbij blijkt het de bedoeling te zijn niet alleen verantwoordelijken van geheime diensten te horen, maar ook van grote internetbedrijven.
In de Verenigde Staten werd inmiddels een rapport opgesteld naar bedoelde afluisterpraktijken met verstrekkende aanbevelingen in verband met het bijhouden van een database met telefoongesprekken van vrijwel alle Amerikanen en de er mee gepaard gaande schending van burgerrechten.
De mogelijke activiteiten van de National Security Agency (NSA), de nationale inlichtingendienst van de Verenigde Staten van Amerika, in ons land en andere Europese staten hebben de jongste maanden heel wat stof doen opwaaien. Er ontstond vorig jaar grote ophef toen na onthullingen door Edward Snowden bekend werd dat de NSA op grote schaal Europese burgers afluisteren en hun internetverkeer monitoren. Zelfs politieke leiders werden daarbij niet gespaard.
Betrouwbare bronnen bevestigen dat verschillende bedrijven, vooral actief in de IT-sector, meewerken met de NSA in het verzamelen van contactgegevens. Het is nauwelijks denkbaar dat de eigen binnenlandse veiligheids- en inlichtingendiensten niet op de hoogte zijn van die activiteiten en het is niet ondenkbaar dat diezelfde diensten bijstand hebben verleend en verlenen aan de NSA bij het ontplooien van haar activiteiten.
De Nederlandse Orde van Advocaten bij de Balie te Brussel diende vorig jaar reeds een klacht in bij het parlementair Comité I om de NSA-praktijk aan te klagen met nadruk op de noodzakelijk geachte samenwerking van de NSA met Europese, en dus ook Belgische, veiligheidsdiensten.
Hieronder vindt u de brief naar de voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en naar alle fractievoorzitters.