do 15/01/2015 - 12:04 Walter Van SteenbruggeIk weet het al langer: mannen en vrouwen zijn niet gelijk. Het scheelt in beharing, zweet, hormonen, rondingen en wat kleinigheden hier en daar. Zoals dat ook bij andere diersoorten meestal het geval is.
Zelfs mannen zijn niet gelijk. Net zomin als vrouwen. Broers, of zussen, uit dezelfde ouders voortgesproten, ze zijn nooit identiek. Alleen eeneiige tweelingen lijken gelijk.
Voeten in de aarde
Het heeft wat voeten in de aarde gehad voor de mensheid tot het inzicht en de overtuiging is gekomen dat we allen, lotgenoten van een toevallige ontmoeting, evenwaardig zijn. Er was lef, rede en overtuiging nodig, heilige huisjes moesten worden gesloopt, geesten moesten worden geboetseerd. Maar sinds zowat 200 jaar zijn we geleidelijk aan tot de overtuiging gekomen dat mensen evenwaardig zijn. Geen dag te vroeg.
Dezelfde rechten
In onze Grondwet wordt dat sinds 2002 in artikel 10 wat ongelukkig verwoord als: „De gelijkheid van vrouwen en mannen is gewaarborgd.” („L’égalité des femmes et des hommes est garantie.”)
Daarbovenop hebben we nog een batterij anti-discriminatiewetten.
Daarbovenop hebben we nog een batterij anti-discriminatiewetten.
Het Europees verdrag voor de rechten van de mens heeft het in artikel 14 over een discriminatie-verbod op grond van geslacht. Dit wordt nog eens herhaald in het protocol nr. 12.
Gelijk zijn we niet, maar evenwaardig wel. En dus genieten we dezelfde rechten. Klaar is kees.
Wake up call
In het zeer recente verleden werd ik twee maal wakker in een andere wereld.
De dag zelf van de barbaarse aanslag op Charlie Hebdo, leverde aartsbisschop L. (u weet wel, de man die, zoek geen verband tussen één en ander, nadat werd bekend gemaakt dat kardinaal D. de uitvaartplechtigheid voor koningin Fabiola zou leiden, wereldkundig maakte dat hij niet snel genoeg met pensioen kon worden gestuurd), zijn „dagboekbijdrage” voor het radio 1-programma „Nieuwe feiten”. Voor alle duidelijkheid: de kerkleider was toen nog niet op de hoogte van de aanslag. Hij grapte dat in de lijst van te benoemen nieuwe kardinalen (die samen beslissen wanneer een nieuwe kerkelijke CEO moet worden benoemd), geen enkele vrouw voorkwam. „Alle gekheid op een stokje”, het zou ook niet kunnen. De kerkelijke regels steken daar een stokje voor. Wat niet ongebruikelijk is in mannenclubs. Vrouwen zouden wél ondergeschikte functies kunnen beoefenen en daar, echt waar, een meerwaarde bieden, maar bisschop of kardinaal, neen, laten we serieus blijven.
De dag na de aanslag in Parijs zagen we in het VRT-televisiejournaal een bijdrage waarin de vrouwelijke reporter, terecht op pad gestuurd om de demonisering van de moslimgemeenschap te helpen voorkomen, vriendelijk verzocht werd de gebedsruimte, waar ze even met een verant-woordelijke had mogen van gedachten wisselen, te verlaten toen het gebed zou aanvangen. De cameraman, van mannelijke kunne, mocht blijven. Zo geschiedde.
Ook in het Jodendom wordt aan de vrouw, zo lees ik her en der, een, laat ik het beleefd verwoorden, andere rol toebedeeld dan aan de man. Stellig te verantwoorden hoor, we zijn niet gelijk. Ik zei het al: ik weet het al langer. Het verhaal van de kleinigheden hier en daar.
Godsdiensten lijken wel versterkte burchten waar evenwaardigheid angstvallig buitengesloten wordt. Geparkeerd voor de ophaalbrug. En het slotwater oogt diep en donker.
Wie waagt als eerste de sprong?
Even waardig zijn volstaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten