Geens: ‘Justitie valt weinig te verwijten’.

In zeven haasten moest Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) zich gisteren informeren over het dossier-Ibrahim El Bakraoui nadat de Turkse president Erdogan België met de billen bloot had achtergelaten. Al in 2015 waarschuwden de Turken ons land voor ‘jihadi’ El Bakraoui, die vervolgens op een vliegtuig naar Nederland werd gezet. Met die informatie gebeurde verder niets, ook was de man op dat moment voorwaardelijk in vrijheid gesteld én had hij zijn voorwaarden geschonden. In regeringskringen wordt de zaak een ‘vuile stunt’ van Erdogan genoemd.

Geens bevestigt dat zowel de verbindingsofficier van de federale politie als diens Nederlandse collega op de hoogte werden gebracht van het feit dat Ibrahim El Bakraoui in de zomer van 2015 op een vliegtuig naar Schiphol werd gezet. Waarom naar Nederland, dat weet de minister naar eigen zeggen niet. Volgens Erdogan is het op vraag van de man zelf.

Het gaat niet om een uitlevering - Turkije levert haast nooit verdachten uit aan ons land - wel om een uitzetting. Na de mededeling van Turkije hebben de Belgische diensten nog geïnformeerd naar de afloop van ‘de zaak’, maar toen kwam er geen gedetailleerd antwoord meer. De informatie-uitwisseling met Turkije verloopt naar verluidt altijd nogal moeilijk, de Turkse autoriteiten zijn veeleer karig met het delen van hun inlichtingen.

Maar waarom werd hij op Schiphol niet opgewacht door Belgische agenten? Hij had toch zijn voorwaarden geschonden, was wel degelijk een zware jongen én werd in volle post-Vervierstijd aangetroffen in een Turks-Syrische grensstand? ‘De man was op dat moment nog géén terreurverdachte’, benadrukt Geens. ‘Hij is pas interessant geworden ná Parijs.’

‘Maat voor niets’

Het opvolgen van de voorwaarden die verbonden worden aan een voorwaardelijke invrijheidstelling is een taak van de Justitiehuizen. Die vallen onder de bevoegdheid van de gemeenschappen, in casu de Franse Gemeenschap. ‘Of iemand voorwaardelijk wordt vrijgelaten en/of die vrijlating weer herroepen wordt, is een taak van de strafuitvoeringsrechtbanken’, vervolgt de minister. ‘Die oordelen volledig onafhankelijk, ik kan en mag geen oordeel vellen over hun uitspraken. We hebben zó hard gevochten voor onafhankelijke strafuitvoeringsrechtbanken, als we die nu van tafel vegen is het een maat voor niets geweest.’

Koen Geens wil niet ingaan op het concrete geval, maar verklaart dat het in de praktijk niet altijd makkelijk is om een persoon die zijn voorwaarden geschonden heeft, terug in de cel te krijgen. Als iemand verdwijnt, vinden politie en justitie hem soms niet meer terug. Voor zover hij op dit moment weet, is er geen aanwijzing dat er ‘iets mis’ was met de voorwaardelijke invrijheidstelling. Een indicatie daarvoor is dat El Bakraoui voordien al tien keer een uitgangspermissie of penitentiair verlof kreeg.

‘Vuile stunt’

Op de VRT werd Geens gisterenavond geconfronteerd met de informatie dat zijn eigen administratie meerdere negatieve adviezen zou hebben afgeleverd omtrent de voorwaardelijke invrijheidstelling , maar daar weet de minister naar eigen zeggen (nog) niets van. Wat vast staat, is dat de zaak grondig zal worden onderzocht. Dat valt ook te horen bij minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA), die gisterenavond eveneens uit de lucht viel tijdens de speech van Erdogan. Een open vraag is bijvoorbeeld wat de verbindingsofficier in Turkije wist en had doorgegeven aan de Belgische speurders. En waarom de man niet is opgesloten, zoals had moeten gebeuren. Het is te vroeg om conclusies te trekken, vindt de Justitieminister. ‘Oké, Justitie is niet perfect, maar voor zover ik zie valt haar in deze weinig te verwijten.’

In regeringskringen wijt men een en ander aan ‘diplomatieke verhoudingen’. ‘Dit is een vuile stunt van Erdogan’, zegt een hooggeplaatst regeringslid. Maar wel een die voor veel nervositeit zorgt, niet het minst op het kabinet-Geens.

Bron : http://www.standaard.be/cnt/dmf20160323_02200134