Barbara Debusschere is journaliste voor De Morgen.
"Ik een burn-out? Dat kan niet.
Ik ben dol op mijn werk." Klinisch psychologe Elke Van Hoof (VUB) maakt
het vaak mee. Voor haar zit een uitgewrongen mens die koppig volhoudt
dat het enkel wat slechte nachten waren waardoor plots het licht
uitging.
In totaal schurkt de helft van de werkenden aan tegen een burn-out, meer dan een derde loopt een groot risico. Bovendien loopt in totaal een op de tien werkende Vlamingen een groot risico op een burn-out maar hij acht die kans zelf onbestaand. Onder wie zich 'heel gelukkig en tevreden' voelt, riskeert liefst drie op de vier een totale crash. En dat zijn onderschattingen, want zeker hardwerkende Vlamingen hebben de neiging zich flinker voor te doen dan ze zijn.
Maar net daar zit het probleem: ontkennen dat je lijf en leden al te zwaar blijft belasten, is het beste recept om keihard tegen de vlakte te gaan. Ja, stress is goed, essentieel zelfs om bergen te verzetten, om ambities waar te maken en grote en kleine uitdagingen vlot aan te kunnen. Ons stress-systeem, een ingenieus raderwerk van hormonen met een gas- en een rempedaal, is een van onze meest vernuftige wapens en het bracht ons ver.
Vandaag echter is de burn-out alomtegenwoordig. En dat is de ineenstorting van dat stress-responssysteem door te zware, maar vooral te chronische belasting. Sommigen doen de diagnose nog altijd af als een trendy passe-partoutje voor wie 'een beetje moe' of 'een beetje lui' is. Mensen met een burn-out zijn vaak net niet lui genoeg. Ze hebben al hun brandstof opgebruikt en zijn steevast vergeten bij te tanken. Zowel CEO's als arbeiders, empathische lieverds als koele kikkers, laagopgeleiden als hoogopgeleiden knallen steeds vaker tegen de vangrail die dan wacht.
De cijfers tonen niet alleen dat burn-out een keiharde realiteit is en geen vage stoplap voor watjes. Ze laten ook zien hoe we letterlijk de connectie met ons lichaam verliezen. Net omdat we sneller en gulziger, maar ook eenzamer dan ooit werken en leven, alles voortdurend nu meteen geweldig en leuk moet zijn én we permanent overprikkeld worden door tweets, feeds en andere digitale input, verliest ons oeroude stress-systeem zijn weerbaarheid.
Wie bewust pauze neemt, privé en werk scheidt en zich noch door gezinschaos noch door werkdruk laat overmannen, kan vermijden dat het zover komt. Daar moet je vandaag al een 'krak' of een gelukzak voor zijn. En net zoals er niet één oorzaak is voor een fataal lekkende tank, is er niet één oplossing. Maar preventie helpt. En ze begint met de volgende, voor sommigen erg confronterende vraag: 'Wat heb ik vandaag gedaan dat mij ontspant, mijn hoofd leegmaakt en plezier en energie geeft?'
In totaal schurkt de helft van de werkenden aan tegen een burn-out, meer dan een derde loopt een groot risico. Bovendien loopt in totaal een op de tien werkende Vlamingen een groot risico op een burn-out maar hij acht die kans zelf onbestaand. Onder wie zich 'heel gelukkig en tevreden' voelt, riskeert liefst drie op de vier een totale crash. En dat zijn onderschattingen, want zeker hardwerkende Vlamingen hebben de neiging zich flinker voor te doen dan ze zijn.
Maar net daar zit het probleem: ontkennen dat je lijf en leden al te zwaar blijft belasten, is het beste recept om keihard tegen de vlakte te gaan. Ja, stress is goed, essentieel zelfs om bergen te verzetten, om ambities waar te maken en grote en kleine uitdagingen vlot aan te kunnen. Ons stress-systeem, een ingenieus raderwerk van hormonen met een gas- en een rempedaal, is een van onze meest vernuftige wapens en het bracht ons ver.
Vandaag echter is de burn-out alomtegenwoordig. En dat is de ineenstorting van dat stress-responssysteem door te zware, maar vooral te chronische belasting. Sommigen doen de diagnose nog altijd af als een trendy passe-partoutje voor wie 'een beetje moe' of 'een beetje lui' is. Mensen met een burn-out zijn vaak net niet lui genoeg. Ze hebben al hun brandstof opgebruikt en zijn steevast vergeten bij te tanken. Zowel CEO's als arbeiders, empathische lieverds als koele kikkers, laagopgeleiden als hoogopgeleiden knallen steeds vaker tegen de vangrail die dan wacht.
De cijfers tonen niet alleen dat burn-out een keiharde realiteit is en geen vage stoplap voor watjes. Ze laten ook zien hoe we letterlijk de connectie met ons lichaam verliezen. Net omdat we sneller en gulziger, maar ook eenzamer dan ooit werken en leven, alles voortdurend nu meteen geweldig en leuk moet zijn én we permanent overprikkeld worden door tweets, feeds en andere digitale input, verliest ons oeroude stress-systeem zijn weerbaarheid.
Wie bewust pauze neemt, privé en werk scheidt en zich noch door gezinschaos noch door werkdruk laat overmannen, kan vermijden dat het zover komt. Daar moet je vandaag al een 'krak' of een gelukzak voor zijn. En net zoals er niet één oorzaak is voor een fataal lekkende tank, is er niet één oplossing. Maar preventie helpt. En ze begint met de volgende, voor sommigen erg confronterende vraag: 'Wat heb ik vandaag gedaan dat mij ontspant, mijn hoofd leegmaakt en plezier en energie geeft?'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten