Verdraagzaamheid betekent dat iemand geoefend moet zijn in het verdragen van beledigingen en hoon van anderen. Wanneer iemand bezig is vooruitgang te maken in spirituele kennis, zullen er zoveel beledigingen zijn en zal er zo veel hoon van anderen komen. Dit is te verwachten, want zo zit de materiële natuur nu eenmaal in elkaar.
Tolerance means that one should be practiced to bear insult and dishonor from others. If one is engaged in the advancement of spiritual knowledge, there will be so many insults and much dishonor from others. This is expected because material nature is so constituted.
Source : Bhagavad Gita, Chapter 13, Verse 8-12
Geen opmerkingen:
Een reactie posten