Laat uw ziel het oor lenen aan elke kreet van smart, zoals de lotus zijn hart opent om het morgenlicht te drinken.
Laat niet de felle zon één traan van smart drogen voor u die zelf van het gezicht van iemand die lijdt heeft afgewist.
Zaai liefderijke daden en u zult de
vruchten ervan oogsten. Door het niet-verrichten van een barmhartige
daad, verricht men een daad die neerkomt op een doodzonde.
Zo spreekt de Wijze.
Houd moed en wees tevreden met uw lot.
Dat is uw karma, het karma van de kringloop van uw geboorten, het lot
van hen die in hun pijn en verdriet tegelijk met u werden geboren,
zich verheugen en tranen vergieten van leven tot leven, geketend aan
uw vroegere daden.
Handel 'vandaag' voor hen, dan zullen zij
'morgen' voor u handelen.
Het leven van de zelfzuchtige leerling heeft geen zin. De mens die de taak die hem in het leven ten deel valt niet volbrengt, heeft tevergeefs geleefd.
Volg het levenswiel: het wiel van plicht tegenover volk en familie, vriend en vijand, en denk niet langer aan genot of pijn. Put de wet van karmische vergelding uit. Verwerf siddhi's voor uw volgende geboorte.
Als u geen zon kunt zijn, wees dan een nederige planeet. Ja, als u niet kunt stralen als de middagzon op de sneeuwbedekte berg van eeuwige zuiverheid, kies dan, neofiet, een meer bescheiden weg.
Verlang niets. Erger u niet aan karma,
noch aan de onveranderlijke wetten van de natuur. Maar worstel
slechts met het persoonlijke, het voorbijgaande, het vluchtige en het
vergankelijke.
Help de natuur en werk met haar mee; en de
natuur zal u als een van haar scheppers beschouwen en voor u
neerbuigen.
En zij zal de deuren van haar geheime kamers wijd voor u openen, aan uw blik de schatten onthullen die verborgen zijn in de diepten van haar zuivere, maagdelijke schoot.
Bedenkt u die strijdt voor de verlossing van de mens (*), dat iedere mislukking succes betekent en dat elke oprechte poging te zijner tijd wordt beloond. De heilige zaden ontkiemen en groeien onzichtbaar in de ziel van de discipel, hun stengels worden sterker bij iedere nieuwe beproeving, ze buigen als riet, maar breken nooit en kunnen ook nooit verloren gaan. Maar als het uur slaat komen ze tot bloei.
(*) : Dit verwijst naar een bekende overtuiging in het Oosten (en trouwens ook in het Westen) dat iedere nieuwe boeddha of heilige een nieuwe strijder is in het leger van hen die werken aan de bevrijding of verlossing van de mensheid. In de landen van het noordelijke boeddhisme waar de leer van de nirmanakaya's – die bodhisattva's, die het welverdiende nirvana of het dharmakayakleed opgeven (beiden zouden hen voor altijd van de wereld van de mensen uitsluiten) om de mensheid ongezien te helpen en haar tenslotte naar paranirvana te leiden – wordt onderwezen, wordt elke nieuwe bodhisattva of ingewijde grote adept de 'bevrijder van de mensheid' genoemd. De bewering van Schlagintweit in zijn 'Buddhism in Tibet' dat prulpai ku of 'nirmanakaya', 'het lichaam is waarin de boeddha's of boddhisattva's op aarde verschijnen om de mensen te onderrichten' – is heel onnauwkeurig en verklaart niks.
Bron : De Stem van de Stilte, Fragmenten gekozen uit het 'Boek van de gulden voorschriften', voor het dagelijks gebruik van lanoes (discipelen). Sint Helena Blavatsky.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten