Als we een ziekte op ons toe zien komen, hoe kunnen we haar dan tegenhouden?
Om te beginnen moet je die niet willen, en niets in het lichaam mag haar willen. Je moet een sterke wil hebben om niet ziek te worden. Dat is de eerste voorwaarde. De tweede voorwaarde is dat je het licht roept – een licht van evenwicht, een licht van vrede, van rust en evenwicht – en het in alle cellen van je lichaam stuurt met de waarschuwing dat ze vooral niet bang mogen zijn. Je moet in de eerste plaats niet ziek willen zijn en daarbij niet bang zijn voor de ziekte. Je moet je niets van de ziekte aantrekken en er niet bang voor zijn. Je moet de ziekte helemaal niet willen, maar dat mag niet zijn omdat je er niet bang voor bent. Je mag geen schrik hebben. Je moet een kalme vastberadenheid betonen en een volledig vertrouwen in de macht van de genade die je tegen alles zal beschermen, en dan aan iets anders denken en niet met de ziekte bezig blijven. Doe beide dingen : de ziekte met volle inzet van je wil afwijzen en de lichaamscellen het vertrouwen inprenten dat de schrik totaal verdrijft, en houd je dan met iets anders bezig, denk niet langer aan de ziekte, vergeet dat er zoiets bestaat. Kun je dat, dan zul je geen besmettelijke ziekten oplopen ook al ga je om met mensen die er een hebben. Maar je moet daartoe in staat zijn.
Er zijn er (in de ashram) veel die zeggen : 'Hier ben ik niet bang'. In hun mentale zijn ze niet bang, nee. Hun mentale is sterk, het is niet bang – maar hun lichaam siddert van schrik zonder dat ze het zelfs beseffen, omdat die siddering plaatsheeft in de lichaamscellen. De cellen trillen van schrik en de ziekte wordt daardoor aangetrokken. Daar is het dat je de kracht moet brengen, en de rust van een volmaakte vrede, en een absoluut vertrouwen in de genade.
Soms zie je je ook verplicht met een even sterk mentale kracht alle suggesties te verdrijven van het volgende soort : 'de fysieke wereld is vol ziekten; dat is besmettelijk; je bent in aanraking geweest met iemand die een ziekte had, dus heb je die zeker ook; innerlijke middelen zijn niet sterk genoeg om een uitwerking te hebben op het fysieke' – en nog veel meer van dat soort dwaaheden die in de lucht zitten. Het zijn collectieve suggesties die door de een aan de ander worden doorgegeven. En komen er dokters aan te pas, dan wordt het nog erger!
Wanneer Sri Aurobindo zegt dat een ziekte op iemand toekomt, wat is het dan precies dat op iemand toekomt?
Het is een soort vibratie bestaande uit
een mentale suggestie, een vitale kracht van wanorde en bepaalde
fysieke elementen die de materiële veruiterlijking van de mentale
suggestie en de vitale vibratie vormen. De fysieke elementen kunnen
zijn wat men tegenwoordig ziektekiemen noemt, of microben, of wat dan
ook. Als men heel erg ontwikkelde zintuigen heeft, kan de vibratie
gepaard gaan met een gewaarwording, of met een bepaalde smaak, of
zelfs met een geur. Er zijn ziekteformaties die de lucht een speciale
smaak verlenen, of een speciale geur of een speciaal soort
aanvoelen.
We hebben veel zintuigen die ingeslapen zijn. We zijn
verschrikkelijk tamasisch (inert). Als al onze zintuigen actief
waren, zouden we veel dingen waarnemen die ons nu ontgaan zonder dat
we daar enige benul van hebben (...).
Er is trouwens altijd de
mogelijkheid zich af te zonderen binnen een beschermende atmosfeer,
op voorwaarde dat je weet hoe je een uiterst rustige vibratie kan
creëren, zo rustig dat je als het ware een muur om je heen
optrekt.We zijn echter voortdurend, voortdurend aan het vibreren in
respons op de vibraties die van buitenaf komen. Als je in staat bent
dat waar te nemen, zie je dat er de hele tijd iets is dat antwoordt
op de vibraties die van buitenaf komen. Nooit bevind je je in een
helemaal rustige atmosfeer die alleen maar van jezelf uitgaat, met
andere woorden die van binnen naar buiten gaat en niet van buiten
naar binnen, die je als het ware omwikkelt, heel rustig. Dan kun je
gaan waar je wilt; al die vibratie die van buitenaf komen zullen je
atmosfeer niet kunnen verpesten. Als jullie toch maar die dans, die
dans van vibraties de hele tijd om jullie heen konden zien, dan
zouden jullie begrijpen waar ik het over heb (…).
Wat zo verbazingswekkend is, is de onbewustheid waarmee mensen door het leven gaan. Ze kunnen niet leven, ze weten niet hoe ze moeten leven. Er is er niet één op een miljoen die weet hoe te leven. En ze doen maar, zo goed en zo kwaad als het gaat, en wat voor belang heeft het tenslotte allemaal? Er gebeurt toch wat gebeuren moet … Ze kunnen niet leven. De mensen zouden toch moeten leren leven! Het is het eerste wat men de kinderen zou moeten bijbrengen : leren leven.
Ziekten komen door het subtiele lichaam in ons binnen, niet? Wat kun je doen om dat te verhinderen?
Goede vraag. Als je heel gevoelig bent, maar dan héél gevoelig, dan voel je en ziekte op het ogenblik dat ze met het subtiele lichaam in aanraking komt en probeert erin door te dringen. Het is niet zoals wanneer je lichaam wordt aangeraakt, het is veel meer een soort indruk. Kun je de ziekte voelen op het ogenblik dat ze bij je binnenkomt, dan ligt het nog in je macht om nee te zeggen, en dan gaat ze weg. Je moet daarvoor echter héél gevoelig zijn. Maar je kunt die gevoeligheid ontwikkelen. Alles kan methodisch door de wil worden ontwikkeld. Je kunt je volledig bewust worden van dat (fijnstoffelijk) omhulsel, en als je het voldoende ontwikkelt, hoef je niet eens meer op te letten of uit te kijken; je voelt dat je iets aanraakt (…)
Je moet je dan sterk concentreren, met
een grote wilskracht, met het geloof dat niets je kwaad kan
berokkenen, dat niets je kan raken. Dat volstaat om op het
beslissende moment de ziekte te kunnen verwerpen. Maar je moet het
wel onmiddellijk doen. Je moet geen vijf minuten wachten, het moet
meteen gebeuren. Als je te lang wacht en ergens werkelijk een
onbehaaglijk gevoel begint te krijgen alsof iets niet in orde was,
dan is het beter rustig te gaan zitten, je te concentreren op de plek
die verstoord begint te worden, die ziek begint te worden. Doe je
niets dan krijg je inderdaad ergens een ziekte omdat je niet
voldoende op je hoede bent geweest. Soms moet je de ziekte dan op
haar beloop laten en een gunstig moment afwachten om ervan af te
kunnen komen.
Ik heb ergens gezegd dat in het domein van het
fysieke alles een kwestie is van procédé, er is een proces nodig
voor wat dan ook. Is de ziekte erin geslaagd tot in het
fysiek-fysieke door te dringen, dan moet je het vereiste procédé
volgen om er vanaf te komen. Dat is dan wat de wetenschap het
ontwikelingsbeeld van de ziekte noemt. Dat procédé kan wel versneld
worden met behulp van spirituele krachten, maar het moet desondanks
worden gevolgd. Het heeft vier verschillende stadia. Het eerste is
ogenblikkelijk, het tweede kan zich voltrekken in enkele minuten, het
derde in enkele uren en het vierde in enkele dagen. Indien de ziekte
zich eenmaal gevestigd heeft, dan hangt de uitkomst niet alleen van
de ontvankelijkheid van het lichaam af, maar ook van de goede wil van
het deel van het wezen dat de oorzaak van de wanorde is. Komt de
ziekte van buitenaf, dan heeft ze zeker affiniteit met iets binnenin.
Slaagt ze erin (door het subtiel-fysieke) heen te dringen en bij je
binnen te komen zonder dat je het merk, dan is het omdat je ergens
binnenin je een affiniteit mee hebt, en het is dan het deel van het
wezen dat voor de ziekte ontvankelijk was dat overtuigd moet worden
(haar niet langer te willen).
De voorwaarde in alle gevallen – in
alle gevallen, of je jezelf behandelt en alleen maar op jezelf
vertrouwt dan wel of je iemand anders vraagt om je te helpen-, de
eerste voorwaarde bestaat erin geen schrik te hebben en rustig te
blijven. Ga je onrustig doen en je opwinden, dan is het uit, dan kun
je niets meer beginnen. Zowel in het spirituele leven als bij het
genezen van ziekten moet je in alle omstandigheden altijd rustig
blijven.
Bron: De Moeder, Alle leven is yoga, de integrale
visie van De Moeder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten