In de Franse hoofdstad Parijs zijn woensdagavond duizenden mensen op straat gekomen voor een ‘witte mars’ tegen antisemitisme, na de moord op een 85-jarige joodse vrouw. Toen enkele politici zich bij het protest wilden aansluiten, raakte de sfeer gespannen.
Het lichaam van de bejaarde Mireille Knoll werd vrijdagavond deels verkoold aangetroffen in haar Parijse flat, waar ze alleen woonde. De brandweer ontdekte meerdere brandhaarden, later werden ook sporen van messteken op haar lichaam aangetroffen. Intussen zijn twee verdachten in verdenking gesteld en aangehouden voor doodslag met een antisemitisch karakter.
Ter ere van het slachtoffer wandelden duizenden Parijzenaars woensdagavond naar het huis waar het slachtoffer om het leven kwam. De actie was een initiatief van de raad van joodse instelling van Frankrijk. Ook in steden als Marseille, Bordeaux en Rijsel trokken verontwaardigde mensen de straten op.
Voor de Franse ambassade in Brussel hielden woensdagavond zo'n150 mensen een minuut stilte ter ere van de vermoorde vrouw.
Handgemeen
Verschillende ministers en staatssecretarissen liepen prominent mee in de mars in de Franse hoofdstad. Toen Marine Le Pen, van het extreemrechtse Front National, en Jean-Luc Mélenchon, de leider van het radicaal-linkse La France Insoumise, zich bij de optocht wilden vervoegen, leidde dat tot opstootjes.
Le Pen werd uitgejouwd, Mélenchon moest onder politiebegeleiding worden weggevoerd nadat het tot een handgemeen was gekomen tussen zijn aanhangers en enkele demonstranten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten