ANTWERPEN -
Maud Vanhauwaert wordt twee jaar lang de stadsdichter van Antwerpen en volgt daarmee Maarten Inghels op. De stad kiest voor Maud Vanhauwaert “voor haar sterke poëtische zeggingskracht en haar frisse benadering van poëzie.” De aanstelling vindt plaats op Gedichtendag 25 januari.
Voor de aanstelling van een nieuwe stadsdichter doet een adviescommissie een voorstel aan het college. De adviescommissie droeg Maud Vanhauwaert (Veurne, 1984) voor aan het college als kandidaat-stadsdichter en motiveerde de voordracht als volgt: “Maud Vanhauwaert heeft sinds 2011 twee sterke poëziebundels afgeleverd, ‘Ik ben mogelijk’ en ‘Wij zijn evenwijdig’, die elk getuigen van een grote poëtische zeggingskracht. Beide bundels werden bekroond met mooie literaire prijzen. Haar poëzie is verrassend, speels en steeds toegankelijk. Niet alleen op papier, maar ook op het podium loopt Vanhauwaert over van talent. Daar zit ook een masterdiploma Drama aan het Conservatorium van Antwerpen voor iets tussen, waar ze nu trouwens zelf docent is.”
“Ze is een energieke, open persoonlijkheid die mensen weet te enthousiasmeren voor poëzie, en niet enkel de hare. De commissie gelooft dat haar frisse benadering van poëzie en haar originele verbeeldingskracht heel wat te bieden heeft aan de stad en haar bewoners.”
Negende stadsdichter
Maud Vanhauwaert zal de negende stadsdichter van Antwerpen zijn. Haar voorgangers waren Tom Lanoye (2003-2004), Ramsey Nasr (2005), Bart Moeyaert (2006-2007), Joke van Leeuwen (2008-2009), Peter Holvoet-Hanssen (2010-2011), Bernard Dewulf (2012-2013), Stijn Vranken (2014-2015) en Maarten Inghels (2016-2017). Elke stadsdichter schrijft in volle artistieke vrijheid minimum zes stadsgedichten per jaar over wat hem of haar treft in Antwerpen.
Maud Vanhauwaert wordt stadsdichter op 25 januari. “Het is een hele grote eer om - als loslopend wild, als twijfelend hoopje, als inwijkeling van de stad - twee jaar lang stadsdichter te mogen zijn van Antwerpen. Ik geloof dat poëzie een stad kan ontwapenen en ik wil mijn rol dan ook dragen met een gevoel van grote verantwoordelijkheid. Meer nog dan tekst wil ik in de stad witruimte creëren en de enige regels waaraan ik mij wens te houden, zijn die van de poëzie.”
Afscheid van Maarten Inghels
Op Gedichtendag neemt de stad ook afscheid van Maarten Inghels als stadsdichter. Hij schreef in totaal twaalf stadsgedichten, waarvan de laatste drie nog gepresenteerd zullen worden.
Maarten Inghels viel op door zijn originele wijze om poëzie te laten leven in de stad. Zo plantte hij met sla, rucola en spinazie de dichtregel ‘Wanneer wij zomer zaaien in elkaar’ op vier plekken in de stad. Het stadsgedicht ‘Volksbevraging’ stelde in 35 verzen evenveel vragen aan de lezer over zijn of haar gemoed, geloof en cultuur.
In de zomer van 2016 ondernam hij een voettocht langs de Schelde van bron tot monding, wat resulteerde in een lang prozagedicht. Hij verzond ook met een radiosatelliet een gedicht naar de maan. In de pijplijn zit onder meer nog een gedichtenreeks over zusterstad Sint-Petersburg en een vuurgedicht voor oudejaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten