VN-gezant vindt isoleercel marteling
De hoofdonderzoeker van de Verenigde Naties inzake marteling wil dat
er een eind komt aan het gebruik om gevangenen langdurig in de
isoleercel te plaatsen. Dat meldde de BBC vandaag.
Volgens Juan Mendez kunnen gedetineerden door langdurige eenzame
opsluiting ernstige mentale en fysieke schade oplopen, wat zou neerkomen
op marteling. Hij pleit daarom voor een verbod op eenzame opsluiting
langer dan 15 dagen.De isoleercel mag alleen kortstondig en in zeer uitzonderlijke omstandigheden worden gebruikt om gevangenen te beschermen, zei Mendez tegen de mensenrechtencommissie van de Algemene Vergadering van de VN. Minderjarige delinquenten en mensen met een geestelijke tekortkoming mogen naar zijn mening nooit in de isoleercel komen.
Mendez zei dat in veel landen eenzame opsluiting wordt misbruikt. Alleen al in de Verenigde Staten zitten naar schatting 20.000 tot 25.000 gedetineerden in de isoleercel.
EVRM
Verbod van foltering Art. 3
Niemand mag worden onderworpen aan folteringen of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen.
Belgisch Strafrecht:
Foltering
24 september 2013 om 13:18
wettelijke basis: uittreksel uit het strafwetboek:ART. 417bis
Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder :
1° foltering : elke opzettelijke onmenselijke behandeling die hevige pijn of ernstig en vreselijk lichamelijk of geestelijk lijden veroorzaakt;
2° onmenselijke behandeling : elke behandeling waardoor een persoon opzettelijk ernstig geestelijk of lichamelijk leed wordt toegebracht, onder meer om van hem inlichtingen te verkrijgen of bekentenissen af te dwingen of om hem te straffen, of om druk op hem of op derden uit te oefenen, of hem of derden te intimideren;
3° onterende behandeling : elke behandeling die in de ogen van het slachtoffer of van derden een ernstige krenking of aantasting van de menselijke waardigheid uitmaakt. ]
(W. 14.6.2002 - art. 5 - B.S. 14.8.2002)
ART. 417ter
Hij die een persoon aan foltering onderwerpt, wordt gestraft met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar.
Het misdrijf bedoeld in het eerste lid wordt gestraft met opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar in de volgende gevallen :
1° als het is gepleegd :
a) hetzij door een openbaar officier of ambtenaar, drager of agent van de openbare macht die handelt naar aanleiding van de uitoefening van zijn bediening;
b) hetzij op een persoon die ten gevolge van zwangerschap, een ziekte, dan wel een lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid of wegens een precaire toestand bijzonder kwetsbaar is;
c) hetzij op een minderjarige;
2° of wanneer de handeling een ongeneeslijk lijkende ziekte, hetzij een blijvende fysieke of psychische ongeschiktheid, hetzij het volledig verlies van een orgaan of van het gebruik van een orgaan, hetzij een zware verminking heeft veroorzaakt.
Het misdrijf bedoeld in het eerste lid wordt gestraft met opsluiting van twintig jaar tot dertig jaar als :
1° als het is gepleegd op een minderjarige of op een persoon die uit hoofde van zijn lichaams- of geestestoestand niet bij machte is om in zijn onderhoud te voorzien, door de vader, de moeder of door andere bloedverwanten in de opgaande lijn, door enig andere persoon die gezag over hem heeft of die hem onder zijn bewaring heeft, of door iedere meerderjarige persoon die occasioneel of gewoonlijk met het slachtoffer samenleeft;
2° of als het de dood heeft veroorzaakt, en gepleegd is zonder het oogmerk om te doden.
Het bevel van een meerdere of van een gezag kan het misdrijf bedoeld in het eerste lid niet verantwoorden. ]
(W. 14.6.2002 - art. 5 - B.S. 14.8.2002)
[ De noodtoestand kan het misdrijf bedoeld in het eerste lid niet verantwoorden. ]
(W. 18.5.2006 - art. 2 - B.S. 1.12.2006)
ART. 417quater
Hij die een persoon aan een onmenselijke behandeling onderwerpt, wordt gestraft met opsluiting van vijf jaar tot tien jaar.
Het misdrijf bedoeld in het eerste lid wordt gestraft met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar in de volgende gevallen :
1° als het is gepleegd :
a) hetzij door een openbaar officier of ambtenaar, drager of agent van de openbare macht die handelt naar aanleiding van de uitoefening van zijn bediening;
b) hetzij op een persoon die ten gevolge van zwangerschap, een ziekte, dan wel een lichamelijk of een geestelijk gebrek of onvolwaardigheid of wegens een precaire toestand bijzonder kwetsbaar is;
c) hetzij op een minderjarige;
2° of wanneer de handeling een ongeneeslijk lijkende ziekte, hetzij een blijvende fysieke of psychische ongeschiktheid, hetzij het volledig verlies van een orgaan of van het gebruik van een orgaan, hetzij een zware verminking heeft veroorzaakt.
Het misdrijf bedoeld in het eerste lid wordt gestraft met opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar :
1° als het is gepleegd op een minderjarige of op een persoon die uit hoofde van zijn lichaams- of geestestoestand niet bij machte is om in zijn onderhoud te voorzien, door de vader, de moeder of door andere bloedverwanten in de opgaande lijn, door enig andere persoon die gezag over hem heeft of die hem onder zijn bewaring heeft, of door iedere meerderjarige persoon die occasioneel of gewoonlijk met het slachtoffer samenleeft;
2° of als het de dood heeft veroorzaakt en gepleegd is zonder het oogmerk te doden.
Het bevel van een meerdere of van een gezag kan het misdrijf bedoeld in het eerste lid niet verantwoorden. ]
(W. 14.6.2002 - art. 5 - B.S. 14.8.2002)
ART. 417quinquies
Hij die een persoon aan een onterende behandeling onderwerpt, wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met geldboete van 50 EUR tot 300 EUR of met een van die straffen alleen. ]
(W. 14.6.2002 - art. 5 - B.S. 14.8.2002)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten