zondag 11 februari 2018

Muziek en wijsbegeerte. (Dutch)

Alleen hij kan zich tot de kennis der Ideëen verheffen, die een drang tot filosofie heeft. Plato noemt deze 'Eros'. Daarmee geeft hij aan dat dit woord, dat in oorsprong de liefde (de geslachtsdrift) aanduidde. Ook de god van de liefde heette Eros - een vergeestelijkte en hogere betekenis. Eros is het streven om van het zinnelijke naar het geestelijke op te stijgen; de drang van de sterveling zich tot onsterfelijkheid te verheffen en tegelijk het verlangen deze drift ook in anderen wakker te roepen. De laagste vorm van Eros is lust in de schone lichaamsgestalte. Iedere bezigheid met het Schone voedt deze drift, vooral de muziek, die als een voorbereiding tot de wijsbegeerte moet worden beschouwd, en de wiskunde, want die leert ons af te zien van de zinnelijkheid en de pure vormen te beschouwen. De beschouwing van het Schone is de voorbereiding, maar het eigenlijke middel tot de kennis van de Ideeën is het begripsmatige, of beter het door Plato zelf zo genoemde dialectische denken. Om het doel te bereiken moet de drang van de Eros vergezeld gaan van de juiste methode. De retorica overreedt. De dialectiek is de kunst om samen zoekend, in het gesprek, tot een algemene waarheid door te dringen. Het dialectisch denken stijgt op van het bijzondere tot het algemene, van het voorwaardelijke tot het onvoorwaardelijke, en daalt langs alle tussentreden af van het algemene tot het bijzondere en het individuele. 

Bron : De geschiedenis van de filosofie, Hans Joachim Störig, Spectrum Uitgeverij (blz 168-169).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten